We gaan op weg naar Bolivia en de route is
schitterend. We passeren de grens op 4630mtr hoog.
De Bolivaanse kindjes langs de weg zien er zo
prachtig uit met hun hoedjes.
Bij de douane kwamen er een stel bedelen aan
het raampje . Henry gaf ze allemaal een
muntstuk, maar dat was ze kennelijk niet
genoeg, ze kropen bijna door het raampje naar binnen!
Maar wat zijn ze ongelooflijk smerig, zo te
zien zijn ze in geen dagen gewassen!
Bij de douane begin ik wat last te krijgen van
de hoogte, maar na een paar pufjes zuurstf gaat het weer. Na een uur krijg ik
erge hoofdpijn en neem ik een paracetamol.
Met een bonkend hoofd rijden we de chaos van
La Paz in. Ik heb zoiets nog nooit meegemaakt. Het verkeer is een regelrechte ramp!
Niemand stoort zich aan de stoplichten en
overal staan politieagenten te zwaaien.
Stapvoets schuiven we een uur door de stad,
vijf rijen dik tussen zwarte roet uitbrakende
vrachtwagens en bussen. Het is
misselijkmakend! Ik voel me beroerd en na anderhalf uur is het hotel nog niet
in zicht
De auto voelt zich al net zo beroerd al ik.
Als we op het laatst een steile helling moeten nemen, slaat de motor af voordat
we bovenaan zijn en krijg ik hem niet meer aan de praat. Daar sta je dan midden
tussen vijf rijen auto’s die zich links en rechts langs ons heen persen
De groep was al vooruit en ik hield een
sleepkabel omhoog maar er stopte niemand.
Uiteindelijk waren er twee mannen bereid te
drukken en samen met Henry en ik op de startmotor in de eerste versnelling
kwamen we eindelijk bovenaan.
Aan de andere kant de auto geparkeerd en eerst
maar de weg gevraagd ,,daarna koden we de helling afrollen en kregen we de
motor weer aan het draaien.
Iedereen was kapot en toen we bij het hotel
kwamen om elf uur moesten we nog eten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten